W13. Samen, maar toch apart

11 Februari 2015

Groensel: “Heren, waar ging het in de gemeenteraad over?” David Wemel: “Wat op de gemeenteraad voorlag is de vraag om een nieuwe structuur voor regionaal sociaal beleid goed te keuren. Dat is plots in een versnelling geschoten. We hebben hierover reeds van gedachten kunnen wisselen in de OCMW-raad van 22 januari – waar de statuten van W13 werden goedgekeurd - en op de infovergadering op 29 januari. De bezorgdheden die we toen hebben geformuleerd, zijn nog altijd niet echt uitgeklaard, dus hebben we die tijdens de gemeenteraad nog eens geuit. Groensel: “Voor OCMW’s zal in de toekomst veel veranderen. In de krant lazen we dat OCMW’s vanaf 2019 ophouden te bestaan als aparte organisaties. Hoe moeten we de regionale samenwerking begrijpen in die context?” David: “Op Vlaams niveau wordt gestreefd naar een volledige integratie van de OCMW’s in de gemeentebesturen. Dit vanuit de filosofie dat sociaal beleid niet los te zien is van de rest van het gemeentelijk beleid, maar dat het best op een geïntegreerde manier vanuit de gemeenten wordt gevoerd. Groen is die gedachte genegen, toch voor wat betreft het strategisch sociaal beleid. Over individuele steundossiers hebben we het nu even niet.” Matti Vandemaele: “Strategisch sociaal beleid, maar dan op regionale schaal. Daar gaat het dus over. Met Groen vragen we ons af waarom dat los van bestaande regionale samenwerkingen, in een nieuwe, aparte structuur moet worden georganiseerd. En wij niet alleen. Eén van de aanbevelingen uit het project ‘sterk besturen in een sterke regio’ stelt letterlijk: ‘We willen dat gemeenten en OCMW’s op lokaal niveau naar elkaar groeien op beheersmatig en beleidsmatig niveau.’ Het zou contradictorisch zijn ondertussen te stimuleren dat gemeenten en OCMW’s op regionaal niveau los van elkaar zouden gaan samenwerken.” David: “Daarom is Groen van bij het begin voorstander geweest van het uitwerken van een sterke sociale poot binnen de bestaande intercommunale Leiedal, om daarin vervolgens de vele bestaande regionale samenwerkingen op gebied van sociaal beleid in te bedden. Zo zorg je voor minder structuren, voor een gestroomlijnde politieke aansturing en voor een minder bruuske overgang voor de vele waardevolle initiatieven op het terrein.” Groensel: “Hoe verhoudt een nieuwe structuur zich tot de bestaande regionale initiatieven?” Matti: “Dat is momenteel een grote zorg van ons. Wat zal er gebeuren met deze vele waardevolle initiatieven in de periode tussen het wegvallen van het welzijnsconsortium en het effectief van start gaan van W13? Wat met de stuurgroep thuisloosheid? Wordt die zelf thuisloos? Wat met de beleidsgroep energie-armoede? Wat met de werkgroep warmer wonen? Wie zal instaan voor de verdere opvolging van deze projecten, van wie de relevantie en de noodzaak de laatste tijd zeker niet zijn afgenomen… Wat met de opgebouwde lokale expertise? Wat met de professionals, de medewerkers die hun werk in onzekere en soms ondankbare omstandigheden moeten doen? Net omwille van de aanhoudende discussie over steeds maar nieuwe en andere structuren. David: “Wij hopen dat de discussies ook op regionaal niveau eindelijk weer eens over de inhoud zullen mogen gaan. En dat de vele waardevolle projecten eindelijk de waardering krijgen die ze verdienen, in plaats van steeds weer in het hokje van de regionale verrommeling, overbodige overleggen en vergaderitis te worden geduwd. De projecten en de medewerkers aan die projecten verdienen beter. Dat is essentieel, dat het middenveld betrokken blijft.  Het ligt in het DNA van Groen om mensen niet alleen te laten spreken, maar om het maatschappelijk middenveld mee te laten besturen. Mede-eigenaarschap is een belangrijke voorwaarde om tot duurzame samenwerking te komen tussen W13 en dat maatschappelijk middenveld. Het gaat niet op om hier de representativiteitkwestie of het verzuilingsprobleem tegen te gooien. Op die manier doen we het maatschappelijk middenveld oneer aan.” Matti: “Begrijp ons niet verkeerd, Groen gelooft in regionale samenwerking. Maar wij geloven vooral in de kennis, de kunde en de motivatie van de mensen op het terrein. Voor hen is een stabiel perspectief belangrijk om hun werk te kunnen doen. Daarom willen we W13 een kans op slagen geven. We blijven het echter een gemiste kans vinden dat er niet naar een verdere integratie wordt gegaan van het regionale sociaal beleid binnen een bestaande intercommunale. Daarom zullen wij ons bij de stemming dan ook onthouden.”