3. Pleinen en buurten die leven

Wij willen een stad met pleinen en buurten die leven. Groene pleinen met een kiosk, banken rond een boom, een infopunt, een tijdelijk marktje of dergelijke inspireren tot ontmoeting, nodigen uit om er even te vertoeven en om buurt en stad te ontdekken. De pleinen zijn de living van de Kortrijkzanen. Inwoners zijn mede-eigenaar van hun straat, pleintje en buurt. Samen maken we de stad en samen zijn we de stad.

Daarom is Groen blij met de verlaging van de Leieboorden. Wij willen onze rivier omarmen in plaats van haar de rug toe te keren. Wij maken haar oevers groener en maximaal toegankelijk zodat elke Kortrijkzaan en elke bezoeker er kan genieten. Daarom zal de verdere aanpak van de Leieboorden (tussen de Buda-straat en de Noordstraat) veel groener kleuren. Van de Kasteelkaai maken we opnieuw een echt plein. Het stuk al verlaagde Leieboorden zelf krijgt ook een groenere invulling want nu is het te grijs; te veel een steenvlakte.

Wij staan voor een diverse invulling van de bestaande groene zones die, de een al intensiever dan de andere en in functie van de biodiversiteit, onderhouden zullen worden. In de keuze van beplanting staan lokale soorten en biodiversiteit voorop. De parken krijgen meer biodiversiteit door een afwisseling van strak onderhouden en ruigere gedeeltes.

Via een uitgekiend beleid rond kleine landschapselementen kan er een stevige sprong voorwaarts gemaakt worden in groenonderhoud dat nu te vaak ad hoc gebeurt, afhankelijk van klachten.

Wij willen buurten waar je betaalbaar en goed kan wonen en ondersteunen daarom duurzame en energie-efficiënte renovatie. In alle projecten is er aandacht voor een diversiteit aan woonvormen, zodat woonkwaliteit mogelijk wordt voor elk budget en zodat een gezonde sociale mix gegarandeerd is.

Bouwen in de hoogte sluiten we niet uit, maar de beeldkwaliteit en het typische karakter van bepaalde buurten en kernen spelen daarbij een belangrijke rol. Buurtbewoners worden actief betrokken bij nieuwe ontwikkelingen om de woonkwaliteit in een hele buurt te verhogen.

In de stadsontwikkeling hebben we ook aandacht voor erfgoed. De zorg voor het cultureel, immaterieel en onroerend erfgoed (monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten, archeologie, enz.) is een vorm van duurzaam beleid. De kwaliteit van het verleden is onze bron van inspiratie voor de toekomst. Op basis van een nieuwe inventaris ontsluiten we het erfgoed voor onze inwoners en bezoekers. We voeren een actief herbestemmingsbeleid.

In het Groene Kortrijk zijn woongebieden makkelijk en vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. Het zijn ook meer dan alleen maar woongebieden. Het zijn ook plaatsen voor handel, onderwijs, (verenigings-)leven, noem maar op. Groene ruimte, speelplekken en water maken deel uit van elk woongebied.

Het binnenstedelijk winkelgebied wordt compacter. In de autoluwe binnenstad maken wij ook ruimte voor wonen, voor diensten en voor verenigingen. De horeca zorgt voor het nodige leven in de brouwerij. Het stadsbestuur is de regisseur van het binnengebied. Handelaars, bewoners en horeca zorgen samen voor harmonie tussen bedrijvigheid en rust.

Levende buurten en pleinen zijn ook veiligebuurten en pleinen. Groen wil breder inzetten op veiligheid. We gaan verder dan het kille, repressieve beleid met de honderd-en-één camera’s. Camera’s zijn zeker nuttig bij het oplossen van misdrijven, maar dan is het kwaad al geschied. Wij willen liever een aanspreekbare agent in elke buurt dan een camera voor elke straat.

Veiligheid: beter voorkomen dan genezen

Voorkomen is beter dan genezen. Daarom wil Groen minstens even sterk inzetten op een warmere, preventieve aanpak. Dat helpt niet alleen om misdrijven te voorkomen, maar ook om het veiligheidsgevoel bij de Kortrijkzanen te verhogen.

Preventie bestaat uit verschillende lagen. Een eerste laag is een sterk, veerkrachtig sociaal weefsel. Leegstand in het centrum, vuile hoekjes rond het station en gebrek aan sociale cohesie werken het gevoel van onveiligheid in de hand. Groen wil komaf maken met spookstraten waar er veel leegstand is. Daarom zetten we in op nette en warme buurten. Het verder uitbouwen van het buurtopbouwwerk en straathoekwerk zorgt voor een veilig en warm leefklimaat. We ondersteunen initiatieven die ontstaan vanuit de straten en buurten maximaal.

Bij preventie hoort ook de wijkagent. Die rol willen we verder opwaarderen. Het beroep van wijkagent maken we een pak aantrekkelijker. Zijn of haar rol als aanspreekpunt in de buurt is cruciaal om in der minne een oplossing te vinden voor kleine ergernissen in een woonwijk.

Groen wil ook blauw meer op straat om kleine overlast en het gevoel van onveiligheid te doen dalen. Die aanpak werd in de zomer van 2017 uitgetest in het openluchtzwembad en lokte positieve reacties uit. De sfeer bleef er voor iedereen aangenaam, louter door de aanwezigheid van agenten. Conflicten komen minder voor of escaleren minder snel. We passen dat toe in de Kortrijkse straten en parken. Een agent die fysiek aanwezig is op straat zorgt voor een hoger veiligheidsgevoel. Vooral vrouwen, kinderen en senioren voelen zich zo veiliger dan alleen maar met camera’s.

 

Onze engagementen:

  • We richten verschillende buurtpunten op waar functies samenkomen: zorg, dienstverlening en ontmoeting. Het is een ‘loket’ waar de burger terecht kan met al zijn vragen en om beroep te doen op de stedelijke dienstverlening. De buurtwerkers zijn de draaischijf in zo’n buurtpunt waar ook andere diensten en medewerkers aanwezig zijn. Het stadhuis blijft het centrale loket voor wie in de binnenstad woont.
  • We vernieuwen ook de Leieboorden tussen de Budastraat en de Noordstraat maar wel op een groene manier. De Kasteelkaai wordt een nieuw plein. De reeds verlaagde Leieboorden zullen we stevig vergroenen en toegankelijker maken.
  • Meer mensen en middelen voor een nabije, zichtbare politie.
  • De pleinen in de binnenstad vormen we om van evenementenpleinen naar leefpleinen.We kiezen voor een gezonde afwisseling tussen feestplein, speelplein, stilteplek en plek voor ontmoeting
  • De leegstandsheffingen worden sneller aangerekend en worden verhoogd naarmate de leegstand langer duurt.
  • We experimenteren met nieuwe woonformules zoals Community Land Trust. Bij de opmaak van het woonbeleid zullen we buurtwoonraden oprichten die de stad kunnen begeleiden in het woonbeleid van de toekomst.
  • Bij de inrichting van openbaar en privédomein vermijden we het ontstaan van hitte-eilanden en herstellen we watergevoelige plekken.
  • We ontwikkelen stilteplekken voor mens en dier in een kader van stadsgroen.
  • Straten en pleinen worden aan een toegankelijkheidstoets onderworpen. De straten en pleinen worden toegankelijk voor iedereen, ook voor mensen met een mobiliteitsbeperking (rolwagen, rollator) of die zich langzamer voortbewegen (oudere senioren) of voor ouders die met een kinderwagen op stap zijn.
  • Bij de ontwikkeling van nieuwe wooncomplexen zoals bv. appartementsgebouwen, moet de bouwheer er voor zorgen dat er een aanbod beschikbaar wordt van sociale of betaalbare woningen.